Kan in het geval van Fornieri een aanklacht het verbreken van de relatie rechtvaardigen?

Gepost op 27 januari 2021
Vorig Volgend
Als onderdeel van de “Nethys” gerechtelijke golf werd François Fornieri, de huidige CEO van het beursgenoteerde farmaceutische bedrijf Mithra, vrijdag aangeklaagd en onder arrest geplaatst. De aanklachten hebben met name betrekking op misbruik van bedrijfsactiva...

In het kader van de gerechtelijke golf rond "Nethys" is de heer François Fornieri, de huidige CEO van het beursgenoteerde farmaceutische bedrijf Mithra, deze vrijdag in beschuldiging gesteld en onder aanhoudingsmandaat geplaatst.

De aanklachten hebben met name betrekking op misbruik van sociale goederen en verduisteringen die zouden zijn gepleegd in het kader van zijn functies als bestuurder en voorzitter van het remuneratiecomité van Nethys.

Dit roept de vraag op of een dergelijke beschuldiging kan rechtvaardigen dat de relatie met Mithra wordt beëindigd, aangezien deze betrekking heeft op feiten die vreemd zijn aan Mithra en bovendien, tot het tegendeel is bewezen, de heer Fornieri onschuldig blijft.

Als de heer Fornieri onder een arbeidsovereenkomst bij Mithra werkzaam zou zijn geweest – wat naar verluidt niet het geval is – zou het eerste effect van de voorlopige hechtenis zijn dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege wordt geschorst, zoals uitdrukkelijk bepaald in de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten (art. 28, 5°).

Wat betreft beëindiging kan voorlopige hechtenis niet worden beschouwd als overmacht, aangezien deze niet definitief is. Er kan dus alleen sprake zijn van beëindiging wegens overmacht zonder vergoeding in geval van een veroordeling tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf, wat feitelijk voortzetting van de arbeidsovereenkomst onmogelijk zou maken.

Echter, volgens vaste rechtspraak kunnen feiten uit het privéleven of feiten die vreemd zijn aan de arbeidsrelatie een dringende reden voor ontslag vormen wanneer zij een fout betreffen waarvan de ernst zodanig is dat het vertrouwen van de werkgever wordt geschonden. De in het geval van de heer Fornieri genoemde feiten zouden duidelijk een dringende reden kunnen vormen, ook al zijn ze vreemd aan Mithra. Bij een inbeschuldigingstelling in het kader van een strafrechtelijke procedure is de vraag wanneer het contract wordt beëindigd, aangezien de wet van 3 juli 1978 vereist dat binnen drie dagen na de fout (of de kennisneming ervan) wordt gehandeld. Soms zijn de feiten bij de inbeschuldigingstelling zo duidelijk dat ontslag mogelijk is zonder het einde van de strafprocedure af te wachten. In andere gevallen zal men moeten wachten tot de veroordeling, of zelfs totdat deze niet meer vatbaar is voor beroep. Het blijft een moeilijke afweging...

Volgens beschikbare informatie fungeert de heer Fornieri als CEO van Mithra via een managementvennootschap (Yima SPRL). Dit is een vrij gebruikelijke structuur om fiscale redenen. Deze vennootschap – waarvan de heer Fornieri zaakvoerder en permanent vertegenwoordiger is – is aangesteld als bestuurder belast met het dagelijkse beheer, dus als CEO. Dit veroorzaakt enige verwarring in vergelijking met de informatie op de website van het bedrijf, die deze structuur simpelweg niet vermeldt.

In dit geval hangt de kwestie van beëindiging volledig af van de inhoud van het dienstverleningscontract – en de daarin opgenomen beëindigingsclausules, met name voor dringende redenen – en van de door het bedrijf vastgestelde governancebepalingen. Beursgenoteerde bedrijven zijn immers verplicht een dergelijke governancecode op te stellen.

In het geval van Mithra voorziet de online beschikbare governancecode in een opvolgingsplan waarin is bepaald dat bij "onbeschikbaarheid" van de CEO gedurende minder dan zes maanden de CFO zijn taken zal overnemen (daarvoor is geen formeel besluit van de raad van bestuur nodig, behalve om de opvolgingsregeling vast te leggen). Bij een onbeschikbaarheid van meer dan zes maanden kan de raad van bestuur echter besluiten, indien zij van mening is dat de situatie een risico vormt voor het bedrijf, om de CEO te ontslaan. Onder voorbehoud van de voorwaarden van de overeenkomst tussen Mithra en Yima SPRL kan het lot van de heer Fornieri dus pas na meer dan zes maanden afwezigheid worden beslist.

Dit verklaart waarschijnlijk waarom op dit moment slechts een interim-CEO is aangesteld, ondanks de schijnbare ernst van de beschuldigingen – met behoud van het vermoeden van onschuld – terwijl Mithra, volgens de termen van zijn governance- en ethische code, een "zero-tolerancebeleid voor corruptie en omkoping in welke vorm dan ook" wil toepassen.

Gelinkte publicaties